Ze gaan allemaal lezen
Het aantal lezers loopt terug en vooral jongeren lezen steeds minder. Maar in Beilen weet een leraar Nederlands het tij te keren. Al zijn leerlingen lezen zeker 6 boeken per jaar (NRC Handelsblad 30/31 maart 2019).
Hoe doet hij het? ‘De taak van het onderwijs is om bij leerlingen het verlangen op te wekken om je vrijheid op een volwassen manier op je te nemen’ citeert Matijs Lips, de docent in kwestie, uit ‘de terugkeer van het lesgeven’ én voegt hij er aan toe: ‘Het gaat erom dat de leraar de leerling zíet. En dat de leerling weet dat ie gezien wórdt. En dus gaf hij de jongen die niet van lezen houdt maar wel van wielrennen Ventoux, van Bert Wagendorp. Reikte hij een meisje met dyslexie het door Floor Rieder geïllustreerde Alice in Wonderland aan.
Momenteel lezen de leerlingen met z’n tweeën hetzelfde boek, om na afloop in een ‘socratisch gesprek’(dat doen pubers graag!), te twisten over wat er mooi of lelijk aan was. Op die manier komen de kinderen ook tot nieuwe inzichten.
Na lezing moeten de leerlingen ook iets ‘teruggeven’ aan het boek. Sommige schrijven een gedicht over het boek, anderen maken een videoverslag, rap of fotoserie. Bijna alles mag.
Niet alle leraren Nederlands zijn in staat om zo naar hun lesgeven te kijken. Wie weet kunnen ouders hun kinderen ook ’n handje helpen? Want, volgens mij, wanneer je jong van boeken houdt, dan blijft dat je hele leven bij.
(4 april 2019)
Wat vind je kind ’t belangrijkste?
Vanmiddag op de radio gehoord (Radio 1, Spraakmakers), in een uitzending van en door moeders. ‘Doen we ’t wel goed’ en ‘hoe doe je ’t?’ was het centrale thema.
Stuk voor stuk maakten de moeders zich zorgen: werkten ze niet te veel, waren ze wel een goede moeder, waar ligt de balans? Herkenbare vragen voor velen. Totdat één van de dames zei dat ze daarom de avond daarvoor aan haar dochter (van 6) had gevraagd wat zij ’t belangrijkste vond:
- Dat mama grapjes blijft maken
- Dat ze een liedje zingt voor ik naar bed ga
- Dat ze me blijft knuffelen
Dus…: voel je niet op voorhand schuldig maar vraag ’t je kind!
(27 maart 2019)
100% Perfecte ouder
‘Een 100% perfecte ouder bestaat vrijwel niet – laat staan dat je er twee treft die toevallig samen een kind krijgen’, zegt therapeut Jeffrey Young (NRC Handelsblad, 5/6 januari 2019). Hij weet dat ouders ook maar mensen zijn.
Gelukkig maar!
Perfecte ouders bestaan inderdaad niet, net zomin als dat er perfecte kinderen bestaan. Wat ik wel weet is dat ouders degenen zijn die hun kind ’t beste kennen. Hun mening, gevoel en ervaring staat voor mij daarom altijd voorop bij de gesprekken die we hebben. Door samen te praten, luisteren naar elkaar, beantwoorden we de vragen die ze hebben. Of proberen we dat in ieder geval. Zonder te streven naar perfectie.
(6 januari 2019)
I-tiquette voor kinderen en smartphones
Veertien regels voor kinderen die vastgeroest zitten aan hun mobieltje.
Vanuit bezorgdheid over de schadelijke gevolgen van schermen en omdat hij ’t contact thuis miste (het non-verbale en oogcontact), stelde Wilco Brussee (vader van 3 jongens en onderwijsadvocaat) de i-tiquette op. Voor kinderen én hun ouders en deelde ze op Linked in.
Hij hoopt dat de i-tiquette in 2019 in alle gezinnen de norm wordt.
‘Veel ouders maken zich zorgen over het smartphonegebruik. Als we het nu allemaal eens iets anders aanpakken, op dezelfde manier, dan hoeft ’t geen grote ommekeer te zijn. Bewustwording en aanpassing, daar gaat ’t om.’
Voor kinderen zitten er ook voordelen aan. Regel 14 luidt: ‘Je vader en moeder zullen veel gezelliger worden doordat ook zij zich aan deze regels gaan houden’. (NRC Handelsblad 31 december 2018)
1. De smartphone is een fantastisch apparaat, zelfs als je een Samsung hebt
2. Nee, er volgt nu geen ‘maar’…
3. Mensen die geen smartphone hebben, hebben geen recht van spreken, laat staan klagen
4. Je gebruikt je smartphone met mate (n). Smartphonegebruik kent geen promillage maar een percentage
5. Het smartphonegebruikpercentage door de week is 10%. Tot aan dit percentage mag er per dag gesocialmediaad en gegamed worden, dat is maar liefst 2,4u oftewel 244 minuten, een gros zou je oma zeggen!
6. Je houdt zelf per dag het aantal minuten smartphonegebruik bij via een slimme app. Het gebruik van deze app gaat niet ten koste van de gros. Aan het eind van de dag laat je met de app in de hand vol trots aan je vader of moeder zien dat je binnen de 144 minuten bent gebleven!
7. Niet gebruikte minuten mogen meegenomen worden naar het aanstaande week-end. Het smartphonegebruik in het week-end mag met deze nog openstaande minuten verhoogd worden van 10% (hoofdregel) naar maximaal 15% per dag. Dat is 3,6u oftel 216 minuten. Voor dit aantal zal je oma je overigens niet met een ouderwets woord vermoeien.
8. Live-contact gaat voor smartphonecontact; de caissière van de supermarkt, je voetbaltrainer en je muziekleraar zullen het zeer waarderen dat je je smartphone uitzet en hen in de ogen kijkt.
9. ’s Ochtends mag de smartphone aan in de periode tussen ontbijt – douchen – aankleden en het vertrek naar school.
10. Tijdens de ritten van en naar school gaat de smartphone in de slaapstand.
11. Op het moment dat er ’s avonds gegeten kan worden, zal de smartphone toe zijn aan zijn infuus. Opladen dus, tenzij ie nog vol genoeg is
12. Een half uurvoordat je gaat slpen, leg je je smartphone op een vaste plek en ondervraag je je vader of moeder streng of zij zich ook aan deze regels hebben gehouden.
13. Al je broertjes, zusjes vrienden, vriendinnen houden zich aan dezelfde regels zodat ‘ja maar, hij of zij…’ een niet meer werkende smoes is.
14. Je vader en moeder zullen veel gezelliger worden doordat ook zij zich aan deze regels gaan houden.
Als we ’t dan toch over goede voornemens moeten hebben aan ’t einde van ’t jaar dan vind ik dit artikel wel mooi om te delen.
(31 december 2018)
Met een millennial coach je ‘quarter life crisis’ te lijf
‘Geen generatie die zo veel moeite heeft met volwassen worden als die geboren tussen 1980 en 2000 lijkt het. Onderzoeken over burnouts bij studenten, keuzestress onder jongeren, gebrek aan vaste banen voor starters verschijnen dikwijls in de media. Opgegroeid in een periode van economische bloei: de arbeidsmarkt opgekomen in tijden van crisis: millennials zijn vaak tobberig, onzeker, faalangstig en voelen veel druk om te presteren. Het gevoel hebben zo veel ‘te moeten’: van sporten, doorstuderen en ook op gave vakanties gaan (waarbij alles gedeeld moet worden) tot alles uit jezelf halen en niet moeilijk doen. Waarbij de critici – vaak van oudere generaties – simpelweg zeggen: ze zijn lui en verwend.’
Toen ik dit las dacht ik: dit geeft precies aan waarom ik de kinderen van nu wil helpen. Helpen hun pad te vinden. Helpen te bedenken wat ze echt willen, wie ze echt zijn. Juist om te voorkomen dat ze later vastlopen, op zoek moeten. Om te voorkomen dat ze het gevoel hebben dingen te moeten die niet bij hen passen. Om hen steviger in hun schoenen te doen staan en kunnen doen zeggen: Ik ben Ik!
(24 mei 2018)
Rekenen met sprongetjes en tafel-estafettes, veel leerlingen krijgen buiten les
Afgelopen dinsdag was voor de 3e maal de Nationale Buitenlesdag.
Organisatoren zijn goede doelenorganisatie Jantje Beton en het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid. Er deden maar liefst 2100 basisscholen mee. Van rekenen met sprongetjes, tot verstopte woorddelen in de spellingles en tafel estafettes: buiten lesgeven is niet alleen goed voor de leerprestaties maar eigenlijk met name leuk!
Kinderen (en meesters en juffen) waren fanatiek aan het zoeken, rennen, rekenen en spellen.
Volgens een gevraagde meester is lesgeven buiten de lokalen goed voor de kinderen. Sowieso voor de extra beweging en om ze te prikkelen. Hoewel sommige leerlingen natuurlijk liever wél uit een boek leren.
‘Het ene kind leert graag door te lezen, de ander heeft meer baat bij een sportieve manier. Die heeft misschien moeite met rekenen, maar zodra hij een tafel-estafette doet en lekker kan rennen is hij wel gemotiveerd’.
En dat is nu ook precies waarom ik ’t liefst buiten ben met de kinderen, mensen die ik coach. Buiten ben je in de frisse lucht, andere omgeving, je doet dingen terwijl je normaal veel denkt. Je kijkt, ruikt, ervaart.
Of zoals een van de kinderen zei: buiten leer je meer!
(12 april 2018)
Olympische Spelen
Wellicht heb jij de afgelopen 2 weken ook zo genoten van de Olympische Spelen in Korea. Heel veel mooie sportmomenten. En met name prachtige persoonlijke verhalen.
Van Carlijn Achtereekte die vanuit de achterhoede zomaar goud won, Ireen Wust die na een kleine teleurstelling op de 3 km toch gewoon weer goud won op de 1500m. Ondanks de immense druk die op haar rustte. Esmee Visser, die: ‘gewoon lekker schaatste’ en daarmee zomaar goud won.
Kjeld Nuis, na zich 2 keer niet voor de Olympische Spelen geplaatst te hebben won hij nu ineens 2 maal goud.
Suzanne Schulting, na veel pech en ook wel stommiteiten in de het voorseizoen vond ze nu de rust en wist ze haar energie goed te focussen waardoor ze de 1e gouden shorttrack medaille voor Nederland won.
Wat al die verhalen gemeen hebben?
Geloven in jezelf, ondanks alles en alles en alles.
Voor jezelf een doel stellen en daar altijd in blijven geloven. Wat er ook gebeurt en wat er ook tegen je gezegd wordt.
Rust in jezelf vinden en focussen: want uiteindelijk gaan we allemaal voor Goud!
(26 februari 2018)
‘Zijn kinderen tegenwoordig drukker, anders dan vroeger’?
Die vraag werd mij laatst gesteld.
‘Nee’ antwoordde ik. ‘Volgens mij is de wereld anders dan vroeger maar zijn kinderen en wat ze leuk vinden of waar ze behoefte aan hebben, nog precies hetzelfde’.
Wanneer ik aan vroeger denk, dan gingen we ’s ochtends en ’s middags naar school, bleven uitzonderlijk over (dat was feest!) en hadden 1 juffrouw of meester. Na school speelden we met elkaar, meestal buiten. Op woensdagmiddag was er ‘n paar uur kinder TV. En op zaterdag ook.
Tegenwoordig zijn er verschillende soorten opvang en heb je minimaal 2 juffen en/of meesters. Er is elke dag TV, op minimaal 30 zenders. Daar wordt eigenlijk niet eens veel naar gekeken: meer wordt er gekeken naar Youtube, vlogs en blogs. Je zit op Instagram en moet alles bijhouden. Ook alle app groepen waar je in zit. De meeste kinderen zitten op 1 of 2 sporten, spelen muziek en moeten dan ook vaak nog huiswerk maken.
Dat vergt veel van de kinderen en hun ouders.
Dát is anders t.o.v. vroeger. Wat kinderen willen is niet anders geworden.
(12 januari 2018)